Impressie excursie Natuurvereniging

Zomerexcursie Natuerferiening Bakkefean
naar de Twijzeler Mieden.

Traditioneel organiseerde de Natuerferiening Bakkefean deze keer op zaterdag 16 mei de jaarlijkse zomerexcursie. De (te)lage temperatuur en een miezerig regenbuitje deden de naam zomerexcursie geen recht. Maar wat er te zien was deed de 13 deelnemers wel ontzettend goed.
De reis ging deze keer naar het natuurgebied in de Mieden onder Twijzel-Buitenpost. Een gebied wat grotendeels in eigendom, beheer en onderhoud bij Staatsbosbeheer is.


Wij troffen onze gids Jacob Hanenburg bij de (grond)watermeter aan de, hoe kan het ook anders, Miedwei. Een identieke watermeter overigens die, zoals Bakkeveensters kunnen weten, ook aan de Zwarte singel achter de Slotplaats is te vinden. De aangegeven grondwaterstand bevindt zich in het bovenste groen aangegeven deel, wat een hoge en prima grondwaterstand betekend.

Geschiedenis.
Vergelijkbaar met het Koningsdiep werd na de laatste ijstijd ook in de Mieden het smeltwater door rivieren afgevoerd, in dit geval door de Lauwers, Oude Ried en de Kleine Zwemmer ging het water richting Lauwerszee. Door de slijtage welke optrad door de waterafvoer sleet op plaatsen de leemlaag weg wat tevens een belemmering voor opduikende kwelstromen vanaf het Drents plateau wegnam. Andersom stroomde de zee via dezelfde rivieren bij hoge waterstanden het land in waarbij op plaatsen langs deze stroompjes klei werd afgezet. Veenvorming vervolmaakte het bonte palet aan grondsoorten en de daaropvolgende kolonisatie en veenafgravingen zorgden voor de huidige percellering en structuren. Ook typerend voor de Mieden zijn de kleine zandopduikingen welke op het oog al snel door de vaak aanwezige struiken en bomen (elzen) te herkennen zijn.

In de 2e wereldoorlog is her en der in de Mieden nog veen voor turfwinning gewonnen. Aan de petgaten is dat nog te zien hoewel Staatsbosbeheer ten behoeve van het beheer ook petgaten opnieuw heeft uitgegraven en ook voor andere doeleinden het maaiveld heeft verlaagd (meertje aan de Miedwei met vogelkijkhut).

Na de 2e wereldoorlog is het landschap door waterpeilverlaging en bemesting ten behoeve van de landbouw veranderd in beter exploitabel weidegebied. Als gevolg van de diepontwatering werd de nog aanwezige veengrond aan zuurstof blootgesteld met oxidatie van het veen als gevolg. Door de bemaling ten behoeve van de lage waterstanden, werd ook het kwelwater weggepompt.

Kwelwater.
Juist van dat kwelwater moeten de Mieden het qua vegetatie hebben. Mieden in meervoud want naast de Twijzeler Mieden kennen we o.a. ook nog de Surhuizumer Mieden en de Sweachster Mieden.
Verschraling van de voorheen bemeste landbouwgronden door maaien en afvoeren moet als beheersmaatregel bij hoge waterpeilen wel uitvoerbaar zijn. Hiervoor moet het waterpeil daarom tijdelijk wel eens verlaagd worden.

Waar verlanding van de moerassige gronden ver gevorderd is staan voornamelijk elzen en wilgen. Op plaatsen waar ze al aanwezig waren vóórdat de waterpeilen omhoog gebracht werd, sterven de bomen af. Soms door de beheerder “ geholpen” door de bomen te ringen waardoor ze ook afsterven. Voor beheerdoeleinden kan dit soms noodzakelijk zijn om al te snelle verbossing en schaduwwerking tegen te gaan.

Vogels en planten
Weidevogels kan men in de Twijzeler Mieden ook zien (en horen). Helaas zijn de broedresultaten door o.a. de vos niet optimaal. Op de terugweg zagen wij meerdere eieren van verschillende vogelsoorten waarin de tandensporen van de vos als predator in te herkennen waren.

Het meest bijzondere is dus zoals gezegd de kwelvegetatie wat aan voorkomen van bijvoorbeeld aan het massaal voorkomen van holpijp is te zien. Holpijp wat van het daar ook voorkomende lidsteng is te onderscheiden door de holle stengel. Op één van de bijgaande foto’s is te zien dat holpijp even massaal kan voorkomen als engels raaigras in weilanden. Af en toe aangevuld met waterviolier (wetterpinksterblom) een prachtig schouwspel.

Het gebied kent maar liefst 26 zeggesoorten welke door hun 3-hoekige stengel van grassoorten zijn te onderscheiden. Eén van die zeggesoorten is de blauwe zegge. Een zegge welke voor de benaming “ blauwgraslanden” heeft gezorgd. Schrale graslanden welke nu slechts zeer sporadisch voorkomen en dan alleen in natuurgebieden. De distelsoort Kale Jonker (foto)kun je ook in blauwgraslanden vinden net zoals bijvoorbeeld het moeraskartelblad (foto)

 

Rond twaalf uur kwam er een einde aan de zomerexcursie 2015. Een excursie welke vooral door de deskundige en enthousiaste voorlichting van Jacob Hanenburg als bijzonder geslaagd beschouwd werd.

Foto’s: Chris van der Ziel.

Douwe Klijnstra
Natuerferiening Bakkefean

Geplaatst in: Natuerferiening Bakkefean

Geef een reactie