Historie: Gebr. Postma Bakkeveen

Bijgaand artikel is door Willem Dolstra geschreven op verzoek van het Fries Landbouwmuseum in Eernewoude. Het artikel beschrijft de smederij in het centrum van Bakkeveen, op de plaats waar nu antiekhandel Hogeveen is gevestigd.Fryske Trekkerdagen
Op zaterdag 5 en zondag 6 juli 2014 organiseert het Fries Landbouwmuseum in Earnewâld voor de 5e achtereenvolgende keer de Fryske Trekkerdagen. Het thema is dit jaar “Makke yn Fryslân` Behalve tractoren zullen ook verschillende landbouwmachines van Friese makelij te zien zijn, w.o. een Boby Hooischudder uit de historie van de voormalige Landbouwsmederij van de Gebroeders Postma Bakkeveen G.P.B.. Het G.P.B. verhaal wordt t.z.t. opgenomen in een speciaal tijdschrift uitgeven door het Frysk Landbouwmuseum Earnewâld.

GEBR. POSTMA LANDBOUWWERKTUIGEN BAKKEVEEN (G.P.B)

Door Willem Dolstra 

In 1929 verplaatste Johannes Jan Postma (geb.1872 Surhuizum) zijn smederij annex fietsenmakerij van het Groninger Noordwijk naar het Friese Bakkeveen. Johannes Postma was getrouwd met Antje Gorter (geb.1884 Noordwijk). Het gezin had 5 kinderen, een dochter en vier zonen. De nieuwe locatie in het centrum van Bakkeveen was overgenomen van Grof- Hoef en Kachelsmid J.F. Jansma. Het bedrijf bestond uit een ruim woonhuis met winkel en een grote vrijstaande werkplaats. Het begin in Bakkeveen was erg moeilijk, het waren de magere jaren van de crisis. De handel liep langzamerhand terug, hun klanten die veelal bestonden uit kleine boeren, kregen steeds minder geld te besteden. In 1940, in het eerste jaar van de tweede wereldoorlog, kwam Johannes Jan Postma plotseling te overlijden.

Gebroeders Postma Bakkeveen
Het bedrijf werd voortgezet door de drie oudste zonen Jan, Job en Wiebren (Wiep) onder de naam: Gebroeders Postma Landbouwwerktuigen Bakkeveen. (G.P.B.). Uit de periode 1948-1952 weet oud-werknemer Hendrik Smit (1932) zich nog goed te herinneren dat er een draaibank werd gehaald van een bedrijf aan de Bergumerdam.

Als jonge knaap hielp Smit zelf mee met het ontwerpen van een boormachine die door middel van een aandrijfmechanisme was verbonden met een versnellingsbak uit een auto. Naast het grote voordeel van het regelen van de toeren kon de boormachine zowel voor als achteruit draaien. Voor het autogeen lassen werd gebruik gemaakt van een ontwikkelaar, waar carbid met water werd vermengd. Het apparaat was om veiligheidsredenen aan de buitenzijde van het gebouw geplaatst. De ontwikkelaar was tevens beveiligd met een waterslot. Op het moment van lassen werd de zuurstof onder hoge druk aan het acetyleengas toegevoegd.

Modernisering
In de jaren na de oorlog kwam de economie weer langzaam op gang. De gebroeders Postma speelden hier handig op in door hun smederij te voorzien van moderne machines w.o.: een draaibank, een kolomboormachine, een grote knabbelschaar, een freesbank, een gigantische hydrolyse pers en een zware knipschaar die vrijwel alle profielen op maat kon knippen. Om grote metalen voorwerpen op een snelle en effectieve wijze aan elkaar te kunnen lassen was de werkplaats uitgerust met een dubbel smidsvuur.

De drie z.g. smidsjongens waren robuuste spontane ondernemers die de taken onderling goed verdeeld hadden. Job had de leiding over het personeel en de werkzaamheden in de werkplaats. Wiep was de koopman die bij de boeren langs ging om te handelen, daarnaast was hij verantwoordelijk voor de administratie. Jan ging in de beginjaren met een luxe auto met aanhanger en na verloop van tijd met een vrachtwagen bij de klanten langs voor het afleveren van de verkochte landbouwwerktuigen en het mee terugnemen van ingeruilde machines. Daarnaast hield hij zich bezig met het verhandelen en repareren van rijwielen. Door hun moderne ondernemerschap had het bedrijf een wijd vertakt klantenbestand, waaronder diverse landbouwcoöperaties.

Betrokken bij dorpsleven
De activiteiten van de landbouwsmederij waren duidelijk hoor- en zichtbaar in het dorp. De deuren van de werkplaats stonden vaak wagenwijd open. Het flitsen van de lasapparaten en het geluid van de hamerslagen op het aambeeld was tot in de verre omtrek waarneembaar.

De te koop aangeboden machines stonden keurig opgesteld langs de kant van de vaart in het centrum van de dorp. Ook het destijds nog onbebouwde bouwterrein aan de Nije Buorren in Bakkeveen was een tijdlang bezet met talloze landbouwmachines.

De klantenkring van de gebroeders Postma bevond zich in de drie noordelijke provincies. Bij het vestingstadje Bourtange aan de Duitse grens werden machines afgeleverd bij een plaatselijke tussenhandelaar. De drukbezochte landbouwbeurzen in Roden en de Prins Bernard Hoeve in Zuidlaren, waar zij met een eigen stand stonden, behoorden tot de jaarlijkse hoogtepunten van het bedrijf. Het personeel bestond veelal uit mannen die van jongs af aan in het bedrijf waren opgeleid. Bekende namen waren o.a. Jannes Terpstra, Job Bos, Siebren Roelsma, Hendrik Jonkman en Lammert Postma uit Bakkeveen, Imko Koning en Heine de Vegt Ureterp, Johnie de Jager Waskemeer, Jannes Bosma en Willy Blaauw uit Haulerwijk. Aalzen Veenstra uit Bakkeveen heeft in de periode 1979-1981 zijn eerste werkervaring, met name het lassen, opgedaan bij de gebroeders Postma. Hij is tegenwoordig eigenaar van het moderne Garage-& Mechanisatiebedrijf Veenstra op het industrieterrein aan de Mandewyk in Bakkeveen.

In drukke tijden werd er een steevast een beroep gedaan op familieleden. Hans (1956), de zoon van Job Postma hielp in zijn jeugd geregeld in de werkplaats, in de periode 1976-1977 stond hij enige tijd ingeschreven als werknemer. Rond 1975 liet de gezondheid van Jan Postma te wensen over. Zijn zoon Johannes (1955) stond hem bij met het vrachtwagenvervoer en andere werkzaamheden. Marten van Veen: (geb.1951 Oldemarkt), de vriend van Grietje een dochter van Job Postma was in de periode 1978-1980 een paar jaar werkzaam in de smederij.

Zakgeld Bakkeveenster jeugd
Veel jonge knapen uit Bakkeveen hebben hun zakgeld verdiend bij de smederij van de gebroeders Postma. Hun werk bestond voornamelijk uit schuren en grondverven van machineonderdelen. Om een paar centen te verdienen kwam in 1977 de 12-jarige Minne Dolstra, een neefje van Jan Postma, in zijn vrije tijd in dienst bij de smederij. Zijn werk bestond in eerste instantie uit het roestkrabben met een staalborstel en platte schroevendraaier van de inruilmachines. Na verloop van tijd werd hij belast met het dompelen van schakels in een meniebad. De pure terpentine die daarbij gebruikt werd was vuurgevaarlijk. Met een touwtje aan een katrol werden de apparaten in een vat met verf gedompeld. Voor de kwajongen tussen de grote mannen was het werk op de smederij een hele belevenis. Aan de wand in de werkplaats hingen posters van naakte vrouwen. In de koffiepauze werden sterke verhalen vertelt over drank en vrouwen, kortom alles wat God verboden heeft! De vergoeding bedroeg f1.00 per uur.

G.P.B. Landbouwmachines
Naast de handel en reparatie van Eureka hooi- en mestschudders en Vicon Lely harkkeerders  maakten de Gebroeders Postma naam met het ontwerpen en maken van eigen fabricaat landbouwmachines. Het draaigedeelte van de kunstmeststrooiers was uitgerust met een achtercadans, afkomstig uit sloopauto’s van het merk Opel, die werden aangeleverd door de schroothandelaren (Reade) Folkert en Okke de Wit uit Jubbega en Wander Groen (Lange Wander) uit Drachten.

Rond 1962, bij zijn intrede van het voorgezet onderwijs op de Ambachtschool in Drachten, kwam Berend Overwijk uit Bakkeveen al spoedig in contact met leraar Johan Vaartjes, die zijn praktijkervaring had opgedaan als smidsknecht bij de gebroeders Postma. Tot groot enthousiasme van de leerlingen werd in opdracht van de gebroeders Postma, het maken van de vrijlopen voor de G.P.B. kunstmeststrooiers in het praktijklesprogramma van de Ambachtschool opgenomen. Het gaf de boeren de gelegenheid om de kunstmeststrooier in stilstand te vervoeren.

Wiep en Jan Postma trokken geregeld over de Afsluitdijk om tweedehands hooischudders van het Engelse merk Boby op te kopen bij een smederij in Noord Holland. Siebren Roelsma uit Bakkeveen: (geb.1942) kwam in 1957 op 15-jarige leeftijd in de smederij aan het werk. Tot zijn grote verassing vond hij kortgeleden op internet een afbeelding van een gerenoveerde hooischudder waaraan hij zelf had meegewerkt. Een leuke bijkomstigheid was dat de historische G.P.B hooischudder tegenwoordig staat tentoongesteld op het terrein van het landbouwmuseum in Eernewoude. De ingeruilde Boby hooischudders werden destijds volledig gemoderniseerd. Het houten span (waar het paard tussen liep) van de hooischudder werd vervangen door een constructie van een metalen voorwiel met daarboven een haak. Ook de versleten houten wielen, die in de beginperiode nog werden opgeknapt door de plaatselijke wagenmaker Hovinga, werden na verloop tijd voorzien van eigengemaakte metalen velgen. Om de bestuurder van de hooischudder te beschermen tegen rondslingerde materialen werd de machine uitgerust met een gazen veiligheidscherm.

De productie bestond verder uit landrollen, gierverspreiders, mestpompen en kilverbakken. Het unieke aan de weideslepen was dat in het midden een hefpunt was aangebracht om het vervoer van het driedelige toestel gemakkelijk te maken. De eigen ontworpen waterpompen konden in korte tijd grote hoeveelheden water verwerken. Siebren Roelsma  herinnert zich nog heel goed dat de waterpompen in de extreem droge periode van de jaren rond 1976 niet waren aan te slepen. De landbouwmachines versierd met het logo G.P.B. werden na verloop van tijd een begrip in de agrarische sector.

Hecht familiebedrijf
Het was een hecht familiebedrijf: op 12 mei 1949 traden de 3 broers gezamenlijk in het huwelijk. Jan trouwde met Akke Smid uit Bakkeveen, Job met Jantje Heersma uit Siegerswoude en Wiep met Maaike Broekstra uit Frieschepalen. De jonge vrouwen werden bij de zaak betrokken door om de beurt de schoonmaakwerkzaamheden en de koffiepauzes te verzorgen. Mine, de zuster van de gebroeders Postma was verantwoordelijk voor de galanteriewinkel en fietsenverhuur. Achter de schermen speelde de moeder van de smidjongens (Moeke) een belangrijke rol. Als de zaak uit de hand dreigde te lopen als de mannen al te luidruchtig en ruig hun mening te kennen gaven trad zij kordaat op.

De gebroeders Postma onderhielden destijds bijzonder goede contacten met hun naaste buren, de familie Fokke van der Velde, die in dezelfde periode een kruidenierswinkel waren begonnen en naam maakten met de productie van consumptie-ijs. De ijscotonnetjes werden in de smederij van de gebroeders Postma gemaakt.

Evenals hun trouwdag werd ook de zilveren bruiloft van de gebroeders Postma, in 1974, gezamenlijk gevierd met een receptie in restaurant “ De Kruisweg” in Marum. Buurman Fokke van der Velde en zijn ondertussen opgegroeide zonen Wijtze en Riemer (latere voorzitter sc. Heerenveen) hielden een gloedvolle toespraak.

Door de uitbreiding van het dorp werd het terrein waar de landbouwmachines stonden opgesteld steeds kleiner. Uiteindelijk werd besloten een nieuwe locatie in te richten op een perceel weiland aan de Mandewyk gelegen aan de rand van Bakkeveen. Wegens gebrek aan opvolgers werd het landbouwmechanisatie bedrijf van de Gebroeders Postma rond 1983 overgedaan aan de firma Hoekstra uit Nieuwehorne.

Met dank aan:
Minne Dolstra, Drachten
Berend Overwijk, Bakkeveen
Hans Postma, Steenwijk
Johannes Postma, Siegerswoude
Siebren Roelsma, Frieschepalen
Hendrik Smit, Drachten
Grietje van Veen-Postma, Frieschepalen
Willem de Vries, Bakkeveen
Antje Wekema-Postma, Bakkeveen

Geplaatst in: Publicaties

3 reacties op “Historie: Gebr. Postma Bakkeveen

  1. Grietje van veen-Postma zegt:

    Ik heb met Willem Dolstra gesproken en hem verteld dat ik zijn verhaal prachtig vind.En ik vind het een mooi geschiedenis verhaal van de gebroeders Postma . Wat zou mijn vader Job trots zijn met zijn broers samen als hij geweten had dat er een boek over de gebroeders tot stand zou komen.

    Onze zoon Ronald heeft op 10 jarige leeftijd na schooltijd ook nog een hele poos gewerkt bij Pake Job in de smederij .Hij ging dan van Frieschepalen naar Bakkeveen op de fiets als jongetje om ook een zakcent te verdienen .En dan moest hij ook weide slepen verven en machines schoon spuiten.Hij ging dan naar Ome Wiep te afrekenen en naar Pake Job om een stukje oranje koek.

    M.Vr.Gr. Grietje van Veen – Postma.

  2. Wybren van Os zegt:

    In de tijd dat ik naar de lagere school ging was er nog geen fietsenmaker in het dorp. Je ging na school naar huis…… maar je had een lekke band. Het enige adres waar je terecht kon was smederij Postma. Met zichtbare tegenzin ( of was dat gespeeld?) werd je fiets aangenomen. Zij begrepen ook wel dat je terug moest naar het Allardsoog. Je fiets stond dezelfde dag weer klaar, wat een fantastisch bedrijf!

    • Grietje van Veen-Postma zegt:

      Bedankt Wiebren voor je positieve reactie, voor de Gebroeders Postma.
      Ja jullie moesten een heel eind fietsen van Allardsoog naar lagere school Bakkeveen

Geef een reactie