De poedelbeer
De poedelbeer plonst door zijn plas
en fluit er ’n vrolijk lied bij;
hij is weer volop in zijn sas,
en volop ook geniet hij.
Geniet van zon, van ster en maan,
van wind en weer en wolken,
van spek en ham, van zwoerd en kaan,
van melken, melk, gemolken.
Maar eenmaal komt de Nimmerweer,
die hem tot krulp verknoedelt.
Dan is de poedelbeer niet meer,
Dan is hij uitgepoedeld.
C. Buddingh
Reacties